
75
Hoofdstuk 2: Druminstrumenten editen
2
Demping van de trommel (Muf-
fling)
Als u al in een studio hebt gespeeld, weet u dat er altijd
iemand klaarstaat met tape of, teddybeertjes en dekens om
de resonanties van uw drumstel tegen te gaan. Bij de TD-8 is
dat verleden tijd: u kunt de demping namelijk via het front-
paneel instellen.
Opgelet: Deze parameter is enkel beschikbaar voor de
instrumenten van de volgende groepen: V-KICK, V-SNARE,
V-TOM.
1. Druk op [KIT]→ [F1 (INST)]→ [F2 (EDIT)]→
[F2 (MUFFLE)]. De [KIT]-indicator licht op en het dis-
play beeldt de “MUFFLE”-pagina af.
2. Sla op de pad die u wilt editen. Diens instellingen ver-
schijnen nu in het display.
3. Breng de cursor met CURSOR [
▲
] naar “MUFFLING”
(indien nodig).
4. Kies met [INC/+] of [DEC/–] c.q. de VALUE-schijf de
gewenste instelling.
5. Druk op [KIT] om de “DRUM KIT”-pagina te selecteren.
MUFFLING:
OFF: De trommel wordt niet gedempt.
TAPE1: De trommel wordt met één stukje tape gedempt.
TAPE2: De trommel wordt “afgeplakt”.
BLANKET: Er wordt een deken in de basdrum gelegd.
WEIGHT: Op het deken wordt dan nog een zwaar voor-
werp gelegd.
DOUGHNUTS1: Ringvormige demper.
DOUGHNUTS2: Andere ringvormige demper die de
boventonen (hoge frequenties) sterker dempt.
FELT1: Het bekende viltje dat zich aan de onderkant van
het vel bevindt.
FELT2: Hetzelfde viltje. Ditmaal drukt het echter veel
sterker tegen het vel.
Snaarspanning (Strainer Adj.)
Met deze parameter bepaalt u hoe sterk de snarenmat tegen
de onderkant van het resonantievel drukt. Hoe strakker de
snaren, hoe korter ze trillen. U kunt ook kiezen voor hele-
maal geen contact. Uiteraard is deze parameter enkel
beschikbaar voor Snare-klanken, en wel die van de V-
SNARE-groep.
1. Druk op [KIT]→ [F1 (INST)]→ [F2 (EDIT)]→
[F2 (MUFFLE)]. De [KIT]-indicator licht op en het dis-
play beeldt de “MUFFLE”-pagina af.
2. Sla op de pad die u wilt editen. Diens instellingen ver-
schijnen nu in het display.
3. Breng de cursor met CURSOR [
▼
] naar “STRAINER
ADJ”.
4. Kies met [INC/+] of [DEC/–] c.q. de VALUE-schijf de
gewenste instelling.
5. Druk op [KIT] om de “DRUM KIT”-pagina te selecteren.
OFF: De snaren worden niet gebruikt.
LOOSE, MEDIUM, TIGHT: Losse, medium- en strakke
snaarspanning.
OPGELET
Als u een Brush-kit aan het programmeren bent, zet u
“STRAINER ADJ.” het best niet op “OFF”. Anders hoort
u namelijk niet meer veel.
Voor alle niet-”V”-klanken:
Pitch en Decay
We hadden het er al over dat de aard en het aantal van de
instrumentparameters verschilt naar gelang het instrument-
type. Voor alle instrumenten, die niet tot de V-KICK-, V-
SNARE- of V-TOM-groep behoren, kunt u enkel de toon-
hoogte (Pitch) en de duur (Decay) instellen.
1. Druk op [KIT] en vervolgens op [F1 (INST)]. [KIT] licht
op en de “INST”-pagina verschijnt.
2. Sla op de pad die u wilt editen. Diens instellingen ver-
schijnen nu in het display.
3. Kies met [INC/+] of [DEC/–] c.q. de VALUE-schijf een
instrument van een andere groep dan V-KICK, V-
SNARE of V-TOM.
4. Druk op [F2 (EDIT)].
V-KICK: OFF, TAPE1, TAPE2, BLANKET,
WEIGHT
V-SNARE: OFF, TAPE1, TAPE2, DOUGHNUTS1,
DOUGHNUTS2
V-TOM: OFF, TAPE1, TAPE2, FELT1, FELT2
Kommentare zu diesen Handbüchern