Roland TD-8 Bedienungsanleitung Seite 100

  • Herunterladen
  • Zu meinen Handbüchern hinzufügen
  • Drucken
  • Seite
    / 182
  • Inhaltsverzeichnis
  • LESEZEICHEN
  • Bewertet. / 5. Basierend auf Kundenbewertungen
Seitenansicht 99
100
Hoofdstuk 5: Werken met patronen
4. Breng de cursor met CURSOR [
] naar (SOURCE)
MEAS.
5. Kies met CURSOR [
] of [
] de eerste (vóór de “–”) of
laatste (achter de “–”) maat.
6. Stel met [INC/+] of [DEC/] c.q. de VALUE-schijf in van
welke maat tot welke maat u wilt kopiëren.
SOURCE MEAS: ALL, (eerste maat) (laatste maat)
ALL: Betekent dat alle maten gekopieerd worden (als dat
nog kan).
Eerste/laatste maat: (1~99) Maatnummers van waar tot
waar u wilt kopiëren.
7. Breng de cursor met CURSOR [
] naar DEST PART.
8. Kies met [INC/+] of [DEC/] c.q. de VALUE-schijf de
Part het te kopiëren fragment moet bevatten.
DEST PART: (ALL, KIT, PERC,
PART1, PART2, PART3,
PART4) Als u voor Source Part ALL hebt gekozen,
wordt dat ook hier automatisch ingevuld. Kiest u daaren-
tegen als SOURCE PART een welbepaalde Part, dan kunt
u hier niet ALL selecteren.
9. Breng de cursor met CURSOR [
] naar (DEST) MEAS.
10. Kies met [INC/+] of [DEC/] c.q. de VALUE-schijf de
maat waar de eerste noten van de kopie terecht moeten
komen.
DEST MEAS: (1~98, END) Hiermee kiest u de maat van
bestemming. Als u het patroon van bestemming wilt ver-
lengen zonder bestaande data te wissen, moet u END
kiezen.
11. Druk op [F3 (EXEC)]. Dit moet u even bevestigen:
12. Druk nog een keer op [F3 (EXEC)] of op [F1 (CANCEL)]
als u zich bedacht hebt.
OPGELET
Als u Drum Kit-maten naar een percussie of melodische
Part kopieert, en vice versa, worden enkel de nootnum-
mers gekopieerd die aan de pads toegewezen zijn (de
overige noten dus niet).
Meer details over de nootnummers en de Pads/Trigger
Inputs vindt u onder Nootnummers van de TRIGGER
INPUTs op blz. 159.
Voorbeeld
Om de maten 4~6 van alle Parts naar maat 1 (eveneens
van alle Parts) te kopiëren, moet u de parameters als
volgt instellen:
Invoegen van lege maten
[INSERT]
Als blijkt dat u één of verschillende maten vergeten bent,
kunt u met de volgende functie lege maten invoegen.
Na het invoegen van de legen maten moet u ze vullen
dit kunt u doen door nieuwe data op te nemen of door
bestaande maten te kopiëren (zie hiernaast).
OPGELET
De ingevoegde maten hebben altijd dezelfde maatsoort
als het betreffende patroon.
De Insert-functie werkt alleen wanneer het resultaat niet
leidt tot een patroon dat meer dan 99 maten zou moeten
bevatten.
1. Druk op [PATTERN] en op [F3 ( MENU)]. [PAT-
TERN] licht op en het display beeldt een popup-menu af.
2. Breng de cursor met [INC/+] of [DEC/] c.q. de VALUE-
schijf of CURSOR [
]/[
] naar EDIT.
3. Bevestig uw keuze door op [F3] te drukken.
4. Breng de cursor met CURSOR [
] naar EDIT.
5. Kies met [INC/+] of [DEC/] c.q. de VALUE-schijf
INSERT. Het display ziet er nu als volgt uit.
6. Breng de cursor met CURSOR [
] naar PATTERN.
7. Kies met [INC/+] of [DEC/] c.q. de VALUE-schijf het
patroon waar u lege maten wilt invoegen.
PATTERN: (701~800) U kunt enkel User-patronen selec-
teren.
12 435
12 43
55
Seitenansicht 99
1 2 ... 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 ... 181 182

Kommentare zu diesen Handbüchern

Keine Kommentare