
112
Hoofdstuk 7: Algemene instellingen
‘Basic’ Trigger-parameters
Als u pads van een ander merk dan Roland gebruikt (of oude
Roland-pads), kunt u de respons met de volgende parame-
ters eventueel verbeteren.
Sensitivity
Met deze parameter kunt u de gevoeligheid van de gekozen
pad optimaliseren.
1. Druk op [SETUP]→ [F1 (TRIG)]→ [F1 (BASIC)].
[SETUP] licht op en het display ziet er als volgt uit:
2. Breng de cursor met CURSOR [
▲
] naar “SENSITIVITY”.
3. Sla op een pad. Het display beeldt nu de bij die pad
behorende Basic-instellingen af.
4. Stel met [INC/+] of [DEC/–] c.q. de VALUE-schijf de
gepaste waarde in.
Stel SENSITIVITY altijd zo in dat de indicator rechts
enkel bij een harde aanslag bijna de maximumwaarde
aanduidt.
SENSITIVITY: 1~16
Threshold
Met deze parameter kunt u instellen hoe hard u minstens op
de pad moet slaan om te zorgen dat de TD-8 het signaal in
geluid omzet (d.w.z. hiermee bepaalt u de drempel). In het
navolgende voorbeeld zorgt enkel slag 2 voor een drum-
noot. De slagen 1 en 3 blijven onder de drempel en worden
dus genegeerd.
1. Druk eerst op [SETUP] en vervolgens op [F1 (TRIG)].
[SETUP] licht op en het display beeldt de hierboven
getoonde pagina af.
2. Breng de cursor met CURSOR [
▲
] of [
▼
] naar
“THRESHOLD”.
3. Sla op een pad. De cursor springt nu automatisch naar de
regel van de pad die u net hebt geselecteerd.
4. Stel met [INC/+] of [DEC/–] c.q. de VALUE-schijf de
gepaste waarde in.
Begin met een lage Threshold-waarde. Als de betreffen-
de pad ook op meppen op een andere pad reageert (reso-
nantie), moet u deze waarde verhogen.
THRESHOLD: 0~15
Curve
Met deze parameter kunt u het verband tussen uw variatie in
slagkracht en de daaruit resulterende volume-/klankkleur-
verschillen veranderen. Probeer een aantal instellingen uit tot
u de curve gevonden hebt die het best aan uw manier van
spelen beantwoordt.
1. Druk eerst op [SETUP] en vervolgens op [F1 (TRIG)].
[SETUP] licht op en het display beeldt de hierboven
getoonde pagina af.
2. Breng de cursor met CURSOR [
▲
] of [
▼
] naar “CURVE”.
3. Sla op een pad. De cursor springt nu automatisch naar de
regel van de pad die u net hebt geselecteerd.
4. Stel met [INC/+] of [DEC/–] c.q. de VALUE-schijf de
gepaste waarde in.
CURVE: LINEAR, EXP1, EXP2, LOG1, LOG2,
SPLINE, LOUD1, LOUD2
LINEAR: Dit is de normale instelling die in de regel de
meest natuurlijke volumevariaties oplevert.
EXP1, EXP2: In vergelijking tot LINEAR moet u betrek-
kelijk hard aanslaan om een groot volumeverschil
teweeg te brengen:
231
Threshold (drempel)
Kracht waarmee u slaat
Kommentare zu diesen Handbüchern