
104
Hoofdstuk 5: Werken met patronen
Pattern Lock: patroon
beveiligen
Met de volgende functie kunt u een patroon beveiligen en
dus voorkomen dat het onvrijwillig wordt gewist of veran-
derd. Voor een beveiligd patroon wordt er op de Pattern-
pagina een hangslot afgebeeld:
1. Kies het patroon dat u wilt beveiligen. Zie “Patronen
selecteren” op blz. 85.
2. Druk op [PATTERN] en op [F3 ( MENU)]. [PAT-
TERN] licht op en het display beeldt een popup-menu af.
3. Breng de cursor met [INC/+], de VALUE-schijf of CUR-
SOR [
▼
] naar “LOCK”.
4. Bevestig uw keuze door op [F3] te drukken.
5. Beveilig (of ontgrendel) het patroon met [INC/+] of
[DEC/–] c.q. de VALUE-schijf. Als u ON kiest, kunt u
niets opnemen en geen enkele instelling van dit patroon
veranderen.
Kommentare zu diesen Handbüchern