
122
Hoofdstuk 8: Andere handige functies
Patronen selecteren via een overzicht
De TD-8 biedt ook een pagina met een overzicht van de
pad-/patroon-toewijzingen voor de momenteel geselecteer-
de Drum Kit.
1. Kijk even of de [CHAIN]-indicator uit is (dat moet het
geval zijn). Pad Pattern is namelijk niet beschikbaar wan-
neer de Chain-functie ingeschakeld is.
2. Druk op [KIT] en vervolgens op [F3 ( MENU)].
[KIT] licht op en er verschijnt een popup-menu.
3. Breng de cursor met [DEC/–], de VALUE-schijf of CUR-
SOR [
▲
] naar “PTN”.
4. Bevestig uw keuze door op [F3] te drukken. Het display
ziet er nu als volgt uit:
5. Breng de cursor met CURSOR [
▲
] of [
▼
] naar “CATE-
GORY” of “PATTERN”.
6. Druk op [F1 (LIST)]. Het display ziet er nu als volgt uit:
7. Sla op een pad. De cursor springt nu naar de instelling
voor deze pad.
De pad kunt u ook met CURSOR [
▲
] of [
▼
] en [TRIG
SELECT] selecteren.
8. Kies met [INC/+] of [DEC/–] c.q. de VALUE-schijf het
benodigde patroon.
9. Druk op [KIT] om de “DRUM KIT”-pagina te selecteren.
10. Sla op de eerder gekozen pad. U hoort nu het toegewe-
zen patroon.
Patroonvolume via de aanslagwaarde
bepalen
1. Zie stap 1~5 op blz. 121.
2. Breng de cursor met CURSOR [
▲
] naar “PAD PTN
VELO”.
OPGELET
Als u voor PATTERN “OFF” kiest, verschijnt er een hori-
zontale lijn om aan te geven dat u de aanslaggevoelig-
heid niet kunt instellen. U moet namelijk eerst een
patroon aan deze pad toewijzen. Zie blz. 121.
3. Kies met [INC/+] of [DEC/–] c.q. de VALUE-schijf “On”
of “Off”.
OFF: Het volume van het patroon hangt niet af van de
kracht waarmee u op de pad slaat.
ON: Het volume van het patroon verschilt naar gelang
hoe hard u op de pad slaat.
4. Druk op [KIT] om de “DRUM KIT”-pagina te selecteren.
Toonhoogte met het HiHat-
pedaal bepalen (Pitch CTRL)
U kunt het HiHat-pedaal (FD-7) niet alleen voor het openen
en sluiten van de HiHat-klank, maar ook voor het wijzigen
van de toonhoogte gebruiken. Dat slaat dan op de klanken
die u aan één of meerdere andere pads hebt toegewezen.
Zodra u het pedaal loslaat, keert de gewijzigde klank weer
naar zijn oorspronkelijke toonhoogte terug.
Als u het pedaal niet tegelijk voor het bespelen van de
HiHat-klank wilt gebruiken, moet u het volume van
deze laatste (“PEDAL HI-HAT VOLUME”) op “0” zet-
ten. Zie blz. 70.
Als u heel subtiel te werk wilt gaan, moet u “PEDAL
DATA THIN” op “1” of “Off” zetten. Zie blz. 135.
Pads kiezen voor de toonhoogtesturing
De toonhoogtesturing werkt alleen indien u deze functie aan
minstens één pad toewijst. Dit doet u als volgt:
1. Druk op [KIT] en vervolgens op [F3 ( MENU)]. [KIT]
licht op en er verschijnt een popup-menu.
2. Breng de cursor met CURSOR [
▲
] of [
▼
] naar “FUNC”.
3. Bevestig uw keuze door op [F3] te drukken.
4. Druk op [F2(PEDAL)]. Het display beeldt nu de
“PEDAL”-pagina af.
5. Breng de cursor met CURSOR [
▼
] naar “PEDAL PITCH
CTRL RANGE”.
6. Druk op [F3 (ASSIGN)]. Het display ziet er als volgt uit:
Kommentare zu diesen Handbüchern