
22
1. Voorbereidingen
Ziehier hoe de nootnamen worden afgebeeld:
4. Stem de snaar zo dat het display de juiste nootnaam
afbeeldt.
5. Houd vervolgens het display in de gaten. De middelste
indicator moet oplichten.
6. Herhaal de stappen 3~5 om ook de overige snaren te
stemmen.
* Tijdens het stemmen van een gitaar met een vibratohendel (tremo-
lo) kan het gebeuren dat een andere snaar daarna weer vals klinkt.
In een dergelijk geval verdient het aanbeveling om alle snaren
eerst ongeveer juist te stemmen (juiste nootnaam in het display)
en pas daarna aan de fijnafstemming te beginnen.
7. Als u klaar bent met stemmen, drukt u nog een keer op
[TUNER] of op [EXIT].
Instellingen voor het
hexafonische element
(Driver)
De geluidskwaliteit van de VG-88 hangt sterk af van de
manier waarop het hexafonische element is geïnstalleerd.
Om de verstandhouding tussen de VG-88 en het element
optimaal te laten verlopen moet u de “Driver” configure-
ren.
Als u de VG-88 met meer dan één gitaar wilt gebruiken,
moet u voor elke gitaar Driver-instellingen maken (elk
hexafonisch element). Dit houdt in dat u de onderstaande
werkwijze voor iedere gitaar herhaalt. Het geheugen biedt
plaats aan instellingen voor maximum vijf gitaren.
1. Druk op [SYSTEM]. Hiermee opent u de System-pagina.
2. Druk op [F1] (DRIVER) om de Driver Setting-pagina op te
roepen.
3. Maak de juiste instellingen voor het element.
Plaats de cursor op ‘SETTING’. Kies met de [VALUE]-rege-
laar de Driver-instelling die past bij de gitaar die u
gebruikt. U kunt kiezen uit vijf sets instellingen, van A
tot E. Onder elke letter bevindt zich een volledige set van
de instellingen die u in stap 4~7 maakt.
Zo zou u bijvoorbeeld een configuratie voor een Strat als
Driver-instelling “A” kunnen opslaan, en eentje voor een
Les Paul als “B”. Eenmaal ingesteld en opgeslagen kunt
u deze sets onmiddellijk weer oproepen als u de betref-
fende gitaar nog eens bovenhaalt.
4. Kies het Driver-type.
Plaats de cursor op ‘TYPE’. Kies met de [VALUE]-regelaar
het type hexafonisch element op uw gitaar. U kunt kie-
zen uit drie types: ‘GK-2A’, ‘GK-2’, en ‘Piezo’.
“Piezo” is een piëzo-elektrisch element dat gemonteerd
wordt op de brug van de gitaar om snaartrillingen op te
nemen. Gebruik dit soort element als u op een gitaar
speelt met snaren uit nylon of een ander niet-stalen
materiaal.
5. Geef aan in welke richting het element geïnstalleerd is.
Breng de cursor naar “DIRECTION” en stel met de
[VALUE]-regelaar de oriëntatie van het element in:
NORMAL: De kabel van de Driver bevindt zich naast de
6e snaar.
REVERSE: De kabel van de Driver bevindt zich onder
de 1e snaar.
CC
#
F
#
G
#
AA
#
B
D D
#
E F
G
3,4,5,6,7,8
3,4,5,6,7,8
2
10
1
Kommentare zu diesen Handbüchern