
63
Hoofdstuk 7. Songs
U creëert een song door patronen in de gewenste volgorde te verbinden:
1. Ga naar het Song Play scherm (p. 15).
2. Als de song op stop staat, draai de VALUE knop of [DEC] [INC] om de gewenste song te selecteren.
U kunt ook een song van de song lijst kiezen (p. 66).
3. Druk op [ ] (Record) om naar de SONG RECORDING scherm te
gaan.
In de bovenste regel van het scherm ziet u links het nummer en de naam
(‘Empty Song’ als de song nog leeg is) van de song. Rechts ziet u huidige
stap/totaal aantal stappen (‘EMPTY’ als de song leeg is).
De onderste regel van het scherm toont het patroon nummer en naam
van elke stap.
4. Ga naar de plaats waar u een patroon wilt invoegen.
Druk op [ ] (Rewind) om naar de vorige stap te gaan en druk op [ ] (Fast-Forward) om naar de
volgende stap te gaan.
5. Draai de VALUE knop of [DEC] [INC] om een patroon te selecteren, en druk op [F3] (SELECT) of [ENTER]
om het patroon voor deze stap te bevestigen.
U kunt ook op [F1] (LIST) drukken en een patroon van de patroon lijst kiezen (p. 24).
Om te stoppen, druk op [ ] (STOP).
6. Herhaal stappen 4-5 om met opnemen door te gaan.
7. Als u klaar bent, druk op [ ] (STOP).
U kunt Ongedaan maken/Opnieuw uitvoeren door [FUNC] ingedrukt te houden en [ ] (Top)
in te drukken (p. 15).
Opnemen van een song
Basis procedure voor het opnemen van een song
Kommentare zu diesen Handbüchern