Roland SP-555 Bedienungsanleitung Seite 28

  • Herunterladen
  • Zu meinen Handbüchern hinzufügen
  • Drucken
  • Seite
    / 80
  • Inhaltsverzeichnis
  • LESEZEICHEN
  • Bewertet. / 5. Basierend auf Kundenbewertungen
Seitenansicht 27
28
Een sample bewerken
Hier wordt uitgelegd, hoe het volume van elke Pad
aangepast kan worden.
1. Zorg, dat [PATTERN SELECT] niet verlicht is. Als dit
verlicht is, drukt u op [PATTERN SELECT] om dit uit te
zetten.
2. Druk op het Pad waaraan de sample is toegewezen
waarvan u het volume wilt bijstellen. Het Pad licht op,
en de betreffende sample wordt gespeeld.
3. Druk op [START/END/LEVEL], zodat de knop verlicht is.
4. Draai aan de CTRL 3 (LEVEL0 knop om het volume van
de sample bij te stellen.
5. Als u de aanpassingen heeft gemaakt, drukt u op
[START/END/LEVEL], zodat dit niet langer verlicht is.
Als de CTRL 3 (LEVEL) knop naar links wordt gedraaid,
wordt het volume gereduceerd. Als deze naar rechts
wordt gedraaid, neemt het volume toe. Een instelling van
127 is het maximale volume. De standaard waarde direct
na het samplen is 127.
Terwijl [START/END/LEVEL] verlicht is, kan niet alleen het
volume, maar ook het beginpunt en eindpunt (p.29) met
gebruik van de CTRL 1 en 2 knoppen worden bijgesteld. Als u
de CTRL 1 of 2 knoppen per ongeluk heeft verplaatst, zet u
deze weer op de midden positie. De instellingen keren naar
hun vorige waardes terug. Als u op [START/END/LEVEL] drukt
om de verlichting van de knop uit te zetten, zonder de
knoppen weer in het midden te plaatsen, worden de
gewijzigde instellingen voor de begin en eindpunten
ingesteld.
Met de SP-555 kan de regio, binnen de golfvorm data van
de sample, die feitelijk wordt gespeeld, voor iedere sample
afzonderlijk worden gespecificeerd.
Dit punt binnen de golfvorm data waarop het afspelen zal
beginnen, wordt het Startpunt genoemd, en het punt waarop
het afspelen zal eindigen, is het Eindpunt.
Als er een ongewenst geluid of stilte aan het begin van een
sample is, kunt dit verwijderd worden door het startpunt aan
te passen. Als het ongewenste materiaal zich aan het eind
bevindt, kan het eindpunt worden aangepast.
Als u het startpunt of eindpunt specificeert, wordt de BPM
(tempo) automatisch berekend, volgens de nieuw
gespecificeerde tijdsduur, en weergegeven. Indien de
tijdsduur meerdere maten of minder dan één maat beslaat,
kan de weergegeven BPM waarde de helft of het dubbele van
de werkelijke waarde zijn. Om de BPM op de gewenste
waarde in te stellen, kijkt u bij ‘De BPM van een sample
veranderen’ (p.32).
In sommige gevallen, bijvoorbeeld wanneer de lengte van de
regio drie tellen is, is het soms niet mogelijk om de BPM
waarde op juiste wijze te corrigeren.
[MARK] licht op, als u een startpunt of eindpunt heeft
gespecificeerd. Als u deze instellingen wilt annuleren, drukt
u tijdens afspelen op de verlichte [MARK] knop, zodat het
lichtje van de knop uitdooft.
Door het uitvoeren van de procedure die bij ‘Converteren
naar een sample die een gewijzigde afspeelregio heeft
(p.31), kunt u andere gedeeltes dan de gespecificeerde
afspeelregio verwijderen, zodat het startpunt en eindpunt zich
aan het begin en eind van de sample bevinden.
Het volume van een sample
instellen
De afspeelregio van een sample
aanpassen
De aangepaste afspeelregio annuleren
(een markering verwijderen)
Ongewenst
Begin met samplen
Startpunt Eindpunt
Ongewenst
Stop met samplen
Deze regio zal klinken
Seitenansicht 27
1 2 ... 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 ... 79 80

Kommentare zu diesen Handbüchern

Keine Kommentare