
95
Verklaring van de effectparameters
Deel 4.
Vocal Canceller
Dit effect kunt u gebruiken om de signalen in het midden
van een stereo-opname (CD, DAT, MD enz.) te verwijderen
en de betreffende partij zelf te zingen/te spelen.
Effect
Met deze parameter schakelt u het effect in of uit.
Balance
Als het signaal, dat u wilt onderdrukken, zich niet in het
midden bevindt, kunt u met deze parameter de stereopositie
“zoeken” die de beste onderdrukking oplevert. Kies “50” om
de signalen in het midden te onderdrukken.
Range Low
Hiermee kiest u de laagste frequentie die onderdrukt mag
worden. Hiervan zou u gebruik moeten maken als u de zang
wilt onderdrukken, terwijl de bas, de basdrum enz. gewoon
hoorbaar blijven. De kans dat de zang zo laag gaat is vrijwel
nihil.
Range High
Stel met deze parameter de hoogste frequentie in die onder-
drukt mag worden. In de regel hebt u deze parameter enkel
nodig wanneer u de baspartij e.d. wilt onderdrukken, terwijl
de zang en de overige signalen in het midden van het stereo-
beeld gewoon hoorbaar moeten blijven.
Vocoder
Dit is een 10-bands Vocoder waarmee u synthesizers en
andere instrumenten letterlijk aan de praat krijgt. De reden
waarom er 10 banden zijn, is dat oudere Vocoder-versies
gewoon te grof waren voor een hoogwaardig geluid. Het
instrument moet u op INPUT L (linker kanaal) en de micro-
foon (of het zangspoor) op het rechter kanaal (INPUT R) aan-
sluiten.
Effect
Met deze parameter schakelt u het Vocoder-effect in of uit.
Envelope
Hiermee kunt u het karakter van het Vocoder-geluid bepa-
len:
Sharp: De stem wordt benadrukt.
Soft: De instrumentklank wordt benadrukt.
Long: Kies deze instelling wanneer u op zoek bent naar een
“Vintage”-geluid met een lange Decay.
Pan Mode
Kies hier MONO, STEREO, LAR of RAL.
Mono: Alle frequentiebanden bevinden zich in het midden.
Stereo: De onpare frequentiebanden bevinden zich links en
de pare rechts.
LAR: Hiermee verkrijgt u een echte stereospreiding (zoals
dat bv. bij een pianoklank het geval is). De laagste frequen-
ties bevinden zich helemaal links, terwijl de hoogste frequen-
ties enkel via het rechter kanaal worden weergegeven. Alle
andere frequenties bevinden zich tussen deze twee uitersten.
RAL: Hetzelfde principe als bij LAR, alleen bevinden de
laagste frequenties zich hier helemaal rechts, terwijl de hoog-
ste frequenties zich helemaal rechts bevinden.
Hold
Hiermee schakelt u de Hold-functie in of uit. Als ze aan is,
wordt de klankkleur van het instrumentgeluid bepaald door
de eerste zang-frequenties die de VF-1 ontvangt. In dat geval
is er dus geen dynamische verandering.
MIC Sens
Met deze parameter kunt u de ingangsgevoeligheid voor het
microfoonsignaal (rechter kanaal) instellen.
Synth Level
Met deze parameter bepaalt u het volume van het instru-
mentgeluid (linker kanaal).
CHAR [1]~[10]
Dit is een soort mixer waarmee u het volume van de 10 fre-
quentiebanden kunt instellen. Deze mix bepaalt het karakter
van het Vocoder-geluid. Hoe groter de CHAR-waarde van
een frequentieband, hoe duidelijker deze laatste hoorbaar
wordt.
MIC Mix
Hiermee stelt u het volume van het microfoonsignaal (de ori-
ginele stem) in dat, na een HPF gepasseerd te hebben, aan
het Vocoder-uitgangssignaal wordt toegevoegd. Dit zorgt in
de regel voor een betere verstaanbaarheid.
MIC HPF
Als u de MIC Mix-functie voor het “bijmengen” van het
stemgeluid gebruikt, kunt u met deze parameter de frequen-
tie van de HPF bepalen. Deze waarde vertegenwoordigt de
laagste frequentie die wordt doorgelaten. Kies een betrekke-
lijk grote waarde als u enkel de medeklinkers wilt doorlaten.
Zoals hierboven al gezegd, zorgt dit voor een betere ver-
staanbaarheid. Kies “Thru” als de zang ongefilterd mag wor-
den doorgelaten.
Trigger ON/OFF
Sluit een optionele voetschakelaar (FS-5U, DP-2 enz.) op
de CTL 1,2-connector aan en stel de “Control Assign”-
parameters (blz. 28) als volgt in:
< ASSIGN1: ON >
TARGET: MOD (VIBRATO): TRIGGER
TARGET MIN: OFF
TARGET MAX: ON
SOURCE TYPE: CONTROL1
SOURCE MODE: NORMAL
SOURCE MIN: 0
SOURCE MAX: 127
Kommentare zu diesen Handbüchern